Mijn naam is William van Oorsouw, ik woon sinds 2 jaar en een beetje in Amsterdam, sinds een jaar in Reigersbos. Sinds ik hier ben begonnen met schaken speel ik bijna dagelijks een of meerdere potjes op chess.com en ben ik geklommen tot een rating van 1500, heb ik een toernooi gewonnen en
de voorzitter van Volewijckers eens verslagen. Momenteel wil ik het schaken even op een lager pitje zetten om hopelijk over een tijdje weer met meer zin verder te gaan. In deze beschouwing deel ik graag wat ik heb geleerd van schaken en hoe schaken een afspiegeling is van het echte leven,
alsmede waarom ik mij er momenteel van afkeer.
Wat heb ik geleerd van schaken?
Je kunt je beter voorbereiden op een enorme veldslag, dan gelijk één keer slaan met een vliegenmepper (ookwel een Pyrrusoverwinning, bijvoorbeeld door je te focussen op het nemen van een pion).
Onderschat niemand. Je moet gewoon je eigen, beste spel geven. Iemand met een 100/200 lagere rating kan mij verslaan en zo kan ik ook een 100/200 hogere verslaan. Ga er altijd vanuit dat je tegenstander begrijpt wat jij begrijpt en ziet wat jij ziet. Je kunt geen steekjes laten vallen.
Wees geconcentreerd. Na een aantal partijen te spelen raakt je concentratie op. Stop op tijd! Dat is lastig om te doen omdat winst ervoor zorgt dat je meer wilt winnen en verlies ervoor zorgt dat je iets recht wilt zetten.
Niet zozeer een les maar een interessante vraag: wat is nu eigenlijk ‘je intuïtie’? Als ik tijdens het spelen iets doe ‘op gevoel’ dan kan een meer gevorderde schaker zeggen: dat is gewoon een ondoordachte actie. Maar wat is dan wel intuïtie? Misschien heeft intuïtie ermee te maken dat je zoveel hebt herhaald, dat je de patronen direct herkent en niet eens hoeft na te denken over de juiste handeling. Het is ‘weten’ geworden. Toch denk ik dat er meer is dan simpelweg patroonherkenning als het gaat om je intuïtie. Het volgen van je impulsen wordt ons als mensen afgeleerd omdat dit niet altijd beschaafd of logisch is. En toch is het volgen van je impulsen niet voor
beginners, het is eigenlijk moeilijker dan aangeleerd gedrag toepassen. In het schaken kom je ook voortdurend in nieuwe situaties dus dan is patroonherkenning niet altijd genoeg, lijkt mij.
Een goede schaker overziet het hele bord, met een laser snijdt hij de lijnen op het bord uit. Het gaat erom het hele plaatje te overzien, om zetten te doen die vroeg of laat voor gevaar zorgen.
Evalueren, reflecteren is belangrijk. Wat gaat er goed, wat gaat er mis en waarom? Vraag om hulp.
Ten slotte, als laatste leerpunt: zorg ervoor dat jouw activiteiten, acties, hobby’s, de mensen in je netwerk, enzovoort er SAMEN voor zorgen dat je jouw doel bereikt. SAMENHANG en SAMENWERKING. Gebruik een loper om te doen wat een loper het beste kan, en gebruik je paard om te doen wat je loper niet kan. Zo is de kunst in het dagelijks leven ook niet om ‘alles te kunnen’ en om het allemaal alleen te doen.
En zo zijn er nog enorm veel andere dingen te leren van dit briljante spel. Maar waarom keer ik mij momenteel af van het schaken?
Waarom keer ik mij momenteel af van schaken?
Ik zie schaken als een metafoor voor het leven, als meer dan een bordspel. Tegelijkertijd loopt deze vergelijking, in mijn leven althans, krom: het leven is niet zo complex als schaken. Schaken dwingt je zó om alles te overdenken. Het leven is niet zo ingewikkeld. Als je schaakt moet je altijd op je hoede zijn, het is net oorlog. Stap op een mijn en je bent klaar… Één foutje en het kan over en uit zijn. Ben ik gelukkig daarin, in die oorlogssetting?
Ik moet toegeven dat ik sinds juni 2021 bijna dagelijks heb gespeeld en het spel enorm verslavend is. Soms kan ik wel echt genieten van een comeback, een ‘geniale’ zet maar in het algemeen is het meer een gevoel van controle. Laat ik die controle nou net wat meer en vaker los willen laten. Het schaken geeft vertrouwen, alsof je wiskundige som klopt. ‘Ik heb m’n shit op orde’.
Maar man, het is zo’n mannelijke sport dat schaken. Presteren, concurreren, jezelf bewijzen, je status, je rating.
Terugkomend op de intuïtie, je gevoel volgen: is er ruimte voor spontane acties? Neen, een goede schaker is weloverwogen. Van begin tot eind, want ook als je ruim voor staat moet je oppassen voor frivoliteiten, het is zo stalemate als je niet oplet. Ook ik ben zeer competitief, dus spontane acties worden er door ervaring uitgeslepen. ‘Het maakt me niet uit of ik win of verlies’ is voor mij een naïeve gedachte, een illusie en een leugen. Dus ik kom niet uit onder het wikken en wegen als ik schaak.
Ook emoties hebben geen enkele toegevoegde waarde in het spel. Huilen heeft geen zin en lachen verandert het resultaat ook niet. Ik heb op een toernooi bij de Volewijckers (dat ik heb gewonnen) een tegenstander gehad die ik ‘De Feyenoorder’ zal noemen. Hij had in zijn leven als schaker slechts 2 keer gewonnen, van een veelvoud aan potjes. Deze 2 potjes voelde De Feyenoorder zich zielsgelukkig. Ik zette hem relatief eenvoudig schaakmat, hij was aan het klungelen. Ergens benijd ik hem: hij vindt schaken gewoon een leuk spel. Hij vindt het denken en het bedenken van oplossingen leuk. Win or lose. En eigenlijk is dat ook het belangrijkste: dat je lekker bezig bent.
Ik wil in het moment leven en dat is tegenstrijdig met in mijn hoofd zitten, overdenken wat er kan gebeuren, moet gebeuren en niet moet gebeuren. Volledig met mijn hoofd in de toekomst. Tijdens het schaken ben ik wel in de ‘flow’, maar ik kan nooit helemaal de controle loslaten zoals dat wel kan door te zingen, te dansen, te schilderen, enzovoort. Je hoort het al, ik overdenk dingen. Ironisch genoeg past schaken bij me. Dingen overdenken is een vloek en een zegen.
Schaken betekent klinisch analyseren: afstandelijk, minachtend, koel, emotieloos. Een goede schaker is als een sluipmoordenaar, met als verschil dat hij niet hoeft te vluchten na z’n moord en dat hij wordt geprezen om z’n koele uitvoering en genialiteit
William van Oorsouw
9-2-2023