Zukertort Amstelveen 4 – Chaturanga 1, 19-10-2018
Afgelopen vrijdag verscheen Chaturanga 1 bij Zukertort Amstelveen aan de aftrap voor de eerste wedstrijd van het seizoen. Zoals de afgelopen jaren gebruikelijk bepaalt de familie Van Nie voor een groot gedeelte het gezicht van het team. Vader en zoons hebben bovendien een geschiedenis bij een aantal Amsterdamse clubs, waaronder Amstelveen, dus de tegenstander was gewaarschuwd. Nieuw is wel dat eerste bordspeler Dennis Jaheruddin de club heeft verlaten. Gelukkig hebben we versterking gekregen van Waldemar Moes die de plek van Dennis als vaandeldrager heeft overgenomen.
Amstelveen verscheen met vooral op de topborden sterke spelers, daar heeft het vierde van Zukertort nog een ratingoverwicht. De middenborden waren ongeveer gelijkwaardig en op de lagere borden stelde het met name veelbelovende maar ook soms wat onbesuisde spelers op. Van tevoren lijken daar de kansen voor Chaturanga te liggen. Die kant leek het ook op te gaan toen de wedstrijd eenmaal op gang was. Auke van Nie speelde op bord 6 vlot remise, maar Jan Stevens stond al snel materiaal voor tegen een woest aanvallende tegenstander, Dinabandhu Behera. Matthieu leek op bord 7 ook overwegend te staan, met een blok van drie witte pionnen midden in het centrum. Pjotr kwam min of meer gelijkwaardig uit de opening en ook op de andere borden kon het alle kanten uit. Waldemar echter kwam moeilijk te staan. Het leek allemaal goed te gaan met twee paarden die elkaar dekten maar het was toch oppassen geblazen. Jonathan en Jasper leken een tikje beter te staan en ikzelf was ook wel tevreden met mijn stelling.
Matthieu liet zich helaas ‘piepelen’, zoals hij na de partij meewarig analyseerde. Hoewel hij een stuk leek te winnen wist tegenstander Rugved zich er aardig uit te wurmen en kreeg tegenkansen. De zwarte dame kon binnen komen en allengs verloor wit zelf een stuk. De tegenstander maakte het knap uit met een mataanval en de stand was weer gelijk. Pjotr speelde vervolgens remise en toen was het aan de hogere borden. Waldemar echter verloor van Michiel Harmsen maar Jasper stond beter tegen Olav Lucas, die bovendien rap door zijn tijd aan het gaan was. Jonathan zette een stevige aanval op die de tegenstander overigens knap pareerde.
Ondergetekende offerde in zijn partij met zwart nogal speculatief een kwaliteit. Ik vreesde echter in het nadeel te komen als ik dat net zou doen en nu had ik in ieder geval tegenspel. Ik had een beetje de pest in want ik was op zich lekker uit de opening gekomen en was niet helemaal overtuigd van de correctheid van mijn offer. Mijn tegenstander echter wist zijn zware artillerie niet te mobiliseren, mijn lopers en opgerukte pionnen kregen steeds meer grip op de stelling. Toen een verbonden vrijpion op E3 verscheen was ik achteraf gezien erg in mijn nopjes met mijn offer, want ik meende nu beslist beter te staan (zie diagram, wit aan zet).
Dat bleek ook. Wit moest zijn pion op D3 afstaan waardoor ik nu twee verbonden vrijpionnen had diep in de witte stelling, dat bleek teveel.
De kansen keerden aan het bord bij Jasper. Jasper’s remisebodje werd afgeslagen en de tegenstander kreeg steeds meer ruimte. Hij speelde op increment, maar leek daar weinig last van te hebben en langzaam werden Jasper alle goede velden voor zijn stukken ontnomen. Ook hij moest capituleren tegenover een stel verbonden vrijpionnen.
De druk lag derhalve niet voor het eerst bij Jonathan. We zien hem wel vaker lange partijen spelen en uiteindelijk een vol punt uit het vuur slepen, maar het was lastig. Hij stond een pion voor nadat de rook van aanvallen en afwikkelingen over en weer was opgetrokken, maar moest die wel zien te verzilveren. Gelukkig kan hij altijd vertrouwen op zijn sterke killerinstinct die menig tegenstander zeker in zo’n lange en taaie partij te machtig wordt. Fraai wist hij nog een pion te winnen en met twee pionnen voor geloofde zijn tegenstander het wel. Een fraaie overwinning.
Al met al werd het dus 4-4 gelijk. Geen slechte score. De teams zijn aan elkaar gewaagd en dat bleek ook op de borden. Had er meer ingezeten? Vast wel, maar wellicht ook minder. Het was geen onverdienstelijke opening van het nieuwe SGA seizoen, waarin we in ieder geval bewezen hebben van ons af te kunnen bijten en dat geen van onze borden een makkelijke prooi is.
Tobias Arnoldussen